Tijdschrift Minerva volume 11 nummer 6 juli 2012




Handeltje in slapeloosheid

Pagina 66 - 66 

Chevalier P.  


Ranibizumab voor de behandeling van diabetisch macula-oedeem?

Pagina 67 - 68 

Chevalier P., Kleinermans D.  

Deze twee RCT’s tonen aan dat maandelijkse intravitreale injecties met ranibizumab (soms in combinatie met laserfotocoagulatie) over een periode van twee jaar leiden tot een gemiddelde verbetering van de gezichtsscherpte versus shaminjecties (soms maar frequenter in combinatie met laserfotocoagulatie). Het verschil is op de rand van wat men als echt klinisch relevant aanneemt.


Een uitgebreid geriatrisch assessment na spoedopname van ouderen?

Pagina 69 - 70 

De Weirdt S.  

Deze systematische review met meta-analyse over uitgebreid geriatrisch assessment (CGA) laat zien dat de kwetsbare oudere patiënt die opgenomen wordt via spoedopname meer kans heeft om in leven te blijven én terug thuis te gaan wonen als CGA wordt toegepast. Een subgroepanalyse lijkt erop te wijzen dat voornamelijk CGA op een Gespecialiseerde Geriatrische Afdeling (GGA) aanleiding geeft tot een positief resultaat in tegenstelling tot CGA verstrekt door Teams (IGCS) op algemene afdelingen.


Adjuvante radiotherapie blijft noodzakelijk na borstsparende heelkunde voor invasieve borstkanker

Pagina 71 - 72 

Cocquyt V., De Maeseneer D.  

Op basis van de literatuurgegevens van de EBCTCG wordt post-operatieve radiotherapie na borstsparende heelkunde bij invasief borstcarcinoom sterk aanbevolen (GRADE A) (1,2). Ook bij oudere patiënten heeft post-operatieve radiotherapie zijn plaats (GRADE A). Deze adjuvante therapie levert bij patiënten met een laag risico van herval (vrije snijranden, pN0, geen vaatinvasie) de grootste winst op (GRADE B) (1). Bij patiënten ouder dan 70 jaar met hormoongevoelige invasieve borstkanker in stadium pT1N0 en met vrije snijranden kan men radiotherapie achterwege laten (GRADE B) (1). De resultaten van de hier besproken update voegen niets toe aan deze aanbeveling.


Heeft samenwerking tussen apothekers en huisartsen een impact op de gezondheid van de patiënt?

Pagina 73 - 74 

Spinewine A.  

Deze systematische review is nogal teleurstellend gezien de belangrijke methodologische beperkingen, de beperkingen in de analyse van de resultaten (geen exacte cijfers) en de belangrijke heterogeniteit tussen de geïncludeerde studies. We kunnen uit deze review geen duidelijke en concrete boodschappen voor de praktijk distilleren. Dat is nog maar eens een illustratie dat systematische reviews of meta-analyses van te heterogene studies geen nuttige informatie bijbrengen, terwijl één van de geïncludeerde studies wel een praktisch nut kan hebben indien minstens de methodologische kwaliteit goed is.


Werkzaamheid en doeltreffendheid van atypische antipsychotica bij volwassenen voor niet-geregistreerde indicaties

Pagina 75 - 76 

Azermai M., Bourgeois J., Petrovic M.  

Deze studie besluit dat sommige atypische antipsychotica t.o.v. placebo een statistisch significante werkzaamheid vertonen voor dementiegerelateerde gedragsstoornissen (aripiprazol, olazapine en risperidon), gegeneraliseerde angststoornis (quetiapine) en OCD (risperidon). De klinische relevantie van deze werkzaamheid is echter onzeker en bovendien is er geen bewijs dat deze middelen doeltreffender zijn dan andere medicamenteuze en niet-medicamenteuze behandelingen. De baten van atypische antipsychotica dienen bovendien steeds afgewogen te worden tegen de potentiële risico’s.