Tijdschrift voor Evidence-Based Medicine



Effect van difteriebooster bij gezonde volwassenen


Minerva 2000 Volume 29 Nummer 8 Pagina 377 - 378

Zorgberoepen


Duiding van
VELLINGA A, VAN DAMME P, J OOSSENS EHG. Response to diphtheria booster vaccination in healthy adults: vaccine trial. BMJ 2000;320:217.


 

Minerva Kort biedt u korte commentaren op publicaties die door de redactie van Minerva zijn geselecteerd. Interessante en voor huisartsen relevante studies die niet direct in een ruimer kader kunnen of moeten worden besproken, krijgen een plaats in deze rubriek. Iedere selectie wordt kort samengevat en van enkele regels commentaar voorzien door een referent. De redactie van Minerva wenst u veel leesgenot.


 

In het licht van een wereldwijd toegenomen difteriemorbiditeit wordt getwijfeld aan de langetermijnbescherming van de basisimmunisatie tegen difterie. In België werd in 1959 gestart met een nationaal immunisatieprogramma tegen difterie voor alle kinderen. Dit bestond uit vier injecties, waarbij het difterietoxine gecombineerd werd met het tetanus- en pertussisvaccin. In deze trial wilde men de effectiviteit bepalen van de aanbevolen eenmalige boostervaccinatie met een lage dosis difterievaccin bij volwassenen.

 

In 1997 werden 179 vrijwilligers gerekruteerd uit een Vlaams bedrijf. Er werd gefocust op de leeftijdsgroep tussen 30 en 50 jaar, omdat uit eerder onderzoek was gebleken dat zij de hoogste vatbaarheid voor infectie vertoonden. Na anamnese en bloedafname werd intramusculair Tedivax-Pro-Adulto ® toegediend. Een maand later werd opnieuw bloed afgenomen voor antistofbepaling.

Als gevolg van de boostervaccinatie had 76% een beschermende titer tegen difterie (0,1 IU/ml), 5% had een beperkte bescherming (0,01 tot <0,1 IU/ml) en 19% bleef vatbaar voor de infectie (<0,01 IU/ml ). Leeftijd was de enige factor die bepalend was voor de beschermingsgraad, zowel vóór als na de boosterinjectie. Hoe ouder, hoe meer kans dat onvoldoende bescherming tegen difterie aanwezig is en hoe meer kans dat een eenmalige boosterinjectie onvoldoende stijging van de titer teweegbrengt. Tweeënveertig procent van diegenen die onvoldoende bescherming hadden op voorhand (ongeacht de leeftijd), bleef onvoldoende beschermd na de boostervaccinatie. De auteurs besluiten dat een eenmalige difteriebooster bij volwassenen onvoldoende is om een adequate bescherming te garanderen en dat eenvoudige richtlijnen voor hervaccinatie gebaseerd op leeftijd niet kunnen worden gegeven.

 

Men kan aannemen dat de resultaten weinig werden beïnvloed door het feit dat geen controlegroep werd gebruikt en dat de proefpersonen niet aselect werden gekozen in deze vaccinatietrial. Er werd niet duidelijk aangegeven of de proefpersonen in hun jeugd een basisvaccinatie tegen difterie hadden ontvangen; in de plaats daarvan werd een titerbepaling vóór de boosterinjectie uitgevoerd. Nochtans kan men zich voorstellen dat diegenen die geen basisvaccinatie hebben gehad, een slechter antwoord zullen geven op een hervaccinatie. In 1967 was 76% van de pasgeborenen gevaccineerd tegen difterie 1 .

In België beveelt het Tropisch Instituut in Antwerpen aan om iedereen om de tien jaar een boosterinjectie met tetanus en lage dosis difterietoxine toe te dienen 1 . Volwassenen die geen basisvaccinatie hebben gehad of bij wie de basisvaccinatie langer dan tien jaar geleden is, moeten waarschijnlijk meerdere injecties toegediend krijgen om voldoende bescherming op te bouwen in analogie met de tetanusvaccinatiestrategie. Een belangrijk gegeven is dat volwassenen ouder dan 55 jaar een betere immuniteit hebben tegen difterie dan diegenen die 10 à 20 jaar jonger zijn, omdat zij in hun jeugd nog geconfronteerd werden met difterie-epidemieën 1 . Gezien de mogelijke nevenwerkingen verbonden aan difterievaccinatie bij volwassenen, kan men ook steeds titerbepalingen uitvoeren om het individueel vaccinatiebeleid te bepalen. Verdere oppuntstelling van deze aanbevelingen is noodzakelijk.

 

B. Michiels

 

 

Belangenvermenging/financiering:

Geen belangenvermenging. Financiering door de Universiteit van Antwerpen.

 

Literatuur

  1. MATHEÏ C, VAN DAMME P, B RUYNSEELS P, et al. Diphtheria immunity in Flanders. Eur J Clin Mircobiol Infect Dis 1997; 16:631-6.
Effect van difteriebooster bij gezonde volwassenen

Auteurs

Michiels B.
Vakgroep Eerstelijns- en Interdisciplinaire Zorg, Centrum voor Huisartsgeneeskunde, Universiteit Antwerpen
COI :

Woordenlijst

Codering





Commentaar

Commentaar