Resultaat op trefwoord : 'carpaletunnelsyndroom'


Aantal resultaten : 4 artikel(s) - 1 bondige bespreking(en) - 0 Synthese(s)


Deze pragmatische studie, uitgevoerd in de eerstelijnsgezondheidszorg, waarbij een infiltratie met 20 mg methylprednisolon-acetaat werd vergeleken met het dragen van een polsspalk 's nachts bij patiënten met een mild tot matig carpaletunnelsyndroom in een goed gedefinieerde populatie, toont een grotere werkzaamheid na 6 weken met infiltratie en vergelijkbare klinische resultaten na 6 maanden. De klinische relevantie van dit verschil is echter onduidelijk. Een corticosteroïdeninjectie als eerste keuze vanuit het economisch perspectief vaneen snellere werkhervatting moet door verdere studies bevestigd worden, maar zou met de patiënten reeds besproken kunnen worden.

Is dextrose 5% een alternatief voor corticosteroïdinjecties ter behandeling van carpaletunnelsyndroom?

Van Overschelde O. , De Jonghe M.

Minerva 2020 Vol 19 nummer 3 pagina 31 - 34


Deze methodologisch goed uitgevoerde studie opent de deur voor een alternatief voor de injectie met corticosteroïden ter behandeling van matig ernstige carpaletunnelsyndroom. De studieresultaten tonen dat, in vergelijking met corticosteroïden, het gebruik van 5% dextrose 6 maanden na de injectie de pijn en de functionele capaciteit significant verbetert. Het relatief recente gebruik van dextrose voor de behandeling van carpaletunnelsyndroom is van groot belang gelet op de mogelijke bijwerkingen van corticosteroïden (neurotoxiciteit). Er is echter bijkomend onderzoek nodig om de klinische risico-batenverhouding op korte en lange termijn beter te beoordelen.

Deze studie met fundamentele methodologische beperkingen toont aan dat manuele therapie met desensitisatie van het centrale zenuwstelsel op korte en middellange termijn in vergelijking met chirurgie een gunstig effect heeft op pijn en functionele capaciteiten bij vrouwen met een matige tot ernstige vorm van carpaletunnelsyndroom. Op lange termijn is er geen verschil tussen beide interventies. Deze vorm van manuele therapie vraagt om meer aandacht, maar andere studies zijn noodzakelijk om de plaats van deze aanpak tegenover de standaardbehandeling (chirurgische interventie) te kunnen bepalen.

Zijn corticosteroïdinfiltraties effectief bij carpaletunnelsyndroom?

Poelman T.

Minerva 2007 Vol 6 nummer 10 pagina 158 - 159


Deze systematische review toont aan dat bij patiënten met (ernstig) carpaletunnelsyndroom een infiltratie met corticosteroïden na één maand meer subjectieve verbetering van de klachten geeft dan placebo. Na meer dan één maand was er geen verschil meer merkbaar. Het effect van corticosteroïdinfiltraties vergeleken met andere conservatieve behandelingen moet verder onderzocht worden.

Carpaletunnelsyndroom: corticoïdinfiltraties of chirurgie?

Barbier O. , Chevalier P.

Minerva 2005 Vol 4 nummer 10 pagina 168 - 169


Deze studie toont aan dat bij patiënten met een carpaletunnelsyndroom chirurgische decompressie op lange termijn (na 1 jaar) geen meerwaarde heeft boven twee opeenvolgende lokale infiltraties met een corticosteroïd.