Resultaat op trefwoord : 'prostatectomie'


Aantal resultaten : 1 artikel(s) - 10 bondige bespreking(en) - 0 Synthese(s)


De auteurs besluiten dat na 15 jaar follow-up de prostaatkankerspecifieke mortaliteit, ongeacht de gekozen behandeling, laag is. Bij de keuze van de behandeling voor gelokaliseerde prostaatkanker moet men dus de voor- en nadelen van de behandelopties tegen elkaar afwegen. In het geval van gelokaliseerde prostaatkanker met een laag risico (en dus een geringe mortaliteit) moet men samen met de patiënt een keuze maken tussen 3 mogelijkheden: actieve opvolging, radicale prostatectomie of curatieve radiotherapie van de prostaat.

Deze recente umbrella review toont aan dat bekkenbodemspieroefeningen een positief effect hebben op de verbetering van urine-incontinentie na radicale prostatectomie. Biofeedback kan een aanvullend gunstig effect hebben, vooral op korte en middellange termijn (≤6 maanden). Er is onvoldoende bewijs over het effect van elektrostimulatie. Wegens de ernstige methodologische beperkingen van de geïncludeerde studies en de narratieve voorstelling van de resultaten zijn deze resultaten van deze umbrella review hoogstens bruikbaar als werkhypothese. Verder onderzoek opgezet volgens de huidige methodologische standaarden is onontbeerlijk.

Deze studie toont aan dat patiënten met een goede levensverwachting die getroffen worden door een goed of matig gedifferentieerde gelokaliseerde prostaatkanker, gediagnosticeerd in een klinische context, voordeel hebben bij een radicale prostatectomie. Het aantal gewonnen levensjaren 23 jaar na de chirurgie bedraagt 2,9 jaar.

De follow-up van de PIVOT-studie bevestigt de vroegere besluiten. Bij mannen jonger dan 75 jaar met laag-risico-gelokaliseerde prostaatkanker resulteert radicale prostatectomie niet in een significante daling van de globale mortaliteit of van de prostaatkankerspecifieke mortaliteit. Radicale prostatectomie veroorzaakt wel meer urinaire incontinentie en seksuele problemen.

Het gebruik van radiotherapie met of zonder anti-androgenen voor recidiverende prostaatkanker

Moris L. , Van den Broeck T. , Claessens F. , Joniau S.

Minerva 15 12 2017


Deze gerandomiseerde gecontroleerde studie toont aan dat de combinatie van anti-androgenen (bicalutamide) en salvageradiotherapie de overleving van patiënten met zuiver biochemisch recidief (PSA tussen 0,2 en 4 ng/ml) na radicale prostatectomie doet toenemen.

Actieve opvolging, heelkunde of radiotherapie bij gelokaliseerd prostaatcarcinoom?

Moris L. , Van den Broeck T. , Claessens F. , Joniau S.

Minerva 15 03 2017


Deze gerandomiseerde gecontroleerde studie bij patiënten met gelokaliseerde prostaatkanker met laag tot intermediair risico toont na tien jaar aan dat er geen verschil bestaat tussen actieve opvolging, radicale prostatectomie en radiotherapie in prostaatkankerspecifieke en globale overleving. De negatieve impact op de urinaire-, seksuele- en darmfunctie was statistisch significant kleiner met actieve opvolging.

Gelokaliseerde prostaatkanker: lange termijn ongewenste effecten van prostatectomie en externe radiotherapie

Claessens F. , Haustermans K. , Laurent M. , Van Poppel H.

Minerva 28 06 2013


Deze observationele studie toont aan dat bij de behandeling van gelokaliseerde prostaatkanker de verschillen in ziektespecifieke functionele uitkomsten tussen radicale prostatectomie en externe radiotherapie progressief afnemen en op lange termijn verdwijnen. In de praktijk is het belangrijk de patiënt te informeren over de ongewenste effecten van prostatectomie en radiotherapie. De beschikbaarheid van nieuwere technieken kan een belangrijke rol spelen bij het multidisciplinaire, individuele advies waarbij men rekening houdt met de beperkte evidentie.

Deze studie toont aan dat prostatectomie bij gelokaliseerde laag risico prostaatkanker die vooral door PSA screening werd gedetecteerd, niet leidt tot een daling van de totale of de prostaatkankerspecifieke mortaliteit. Een afwachtende houding bij een gelokaliseerd, laag risico prostaatcarcinoom is dus een aanvaardbare optie waarbij peri- en postoperatieve complicaties van prostatectomie vermeden kunnen worden.

De resultaten van deze studie tonen aan dat radicale prostatectomie op langere termijn (15 jaar) gunstiger is dan een afwachtend beleid voor de behandeling van prostaatkanker, zeker bij mannen jonger dan 65 jaar met matig tot goed gedifferentieerde kanker, waarvan de diagnose gebaseerd is op klinische symptomen en niet op screening door bepaling van het PSA.

De resultaten van verschillende cohortstudies geven aan dat een afwachtende houding bij gelokaliseerde prostaatkanker (Gleason-score kleiner of gelijk aan 7 en stadia T1 of T2) een gerechtvaardigde optie kan zijn in vergelijking met een curatieve onmiddellijke behandeling.

De behandeling van prostaatkanker

Van Poppel H.

Minerva 1999 Vol 28 nummer 5 pagina 208 - 211


Bij het beleid van prostaattumoren blijft de keuze tussen heelkundige behandeling en radiotherapie moeilijk omdat er geen prospectieve studies voorhanden zijn. Het lijkt zinvol gebruik te maken van de Gleason-score bij het vastleggen van een behandelingsstrategie. Patiënten dienen steeds te worden ingelicht over de twee mogelijke behandelingen waarbij alle implicaties en mogelijke complicaties besproken moeten worden die hen kunnen helpen kiezen tussen een chirurgische of een radiotherapeutische aanpak.