Duiding


Omega-3-vetzuren en cardiovasculair risico


25 11 2010

Zorgberoepen

Duiding van
Filion KB, El Khoury F, Bielinski M, et al. Omega-3 fatty acids in high-risk cardiovascular patients: a meta-analysis of randomized controlled trials. BMC Cardiovasc Disord 2010;10:24.


Besluit
Op basis van deze meta-analyse van heterogene studies is er geen betrouwbaar bewijs dat toediening van omega-3-vetzuren (met sterk variërende samenstelling) bij patiënten met cardiovasculaire aandoeningen of met diabetes, een voordeel heeft op het vlak van daling in mortaliteit of van preventie van restenose na PCI.



 

Minerva publiceerde in 2009 een bespreking van de GISSI-HF-studie (1,2). Omega-3-polyonverzadigde vetzuren (AGPI n-3) hadden bij patiënten met hartfalen geen belangrijk effect. Sommige studies toonden een voordeel aan van omega-3-vetzuren op cardiovasculaire atherotrombotische aandoeningen (3,4). Na myocardinfarct verminderden namelijk de cardiovasculaire mortaliteit en het aantal gevallen van plotse dood. Een systematisch literatuuroverzicht in de BMJ (2006) kon echter geen preventief (primair en secundair samen) aantonen van omega-3-vetzuren op het vlak van mortaliteit en cardiovasculaire gebeurtenissen (5). In het juryrapport van de RIZIV-consensusvergadering in 2009 besluit men dat er onvoldoende bewijs is dat het toevoegen van omega 3-vetzuren aan een huidige optimale behandeling van cardiovasculaire aandoeningen, een meerwaarde betekent (6).

 

In een nieuwe meta-analyse onderzochten Filion et al. het effect van omega-3-vetzuren bij patiënten met een cardiovasculaire aandoening of met diabetes, dus een hoogrisicopopulatie (7). Ze includeerden alleen RCT’s met een farmacologisch identificeerbare, maar wisselende dosis omega-3-vetzuren.. Studies met een dieetinterventie waaraan een niet-kwantificeerbare dosis omega-3-vetzuren was toegevoegd, werden geëxcludeerd. De meta-analyse is correct uitgevoerd. De auteurs pasten een bayesiaanse analyse l toe waarbij ze rekening konden houden met de variaties tussen de studies. De funnelplot leek niet op publicatiebias te wijzen. Als primaire uitkomstmaat hanteerden ze de globale mortaliteit (25 publicaties met 34 501 patiënten) en als secundaire uitkomstmaat coronaire restenose na percutane coronaire interventie (PCI) (14 studies met 3 553 patiënten). De auteurs meenden dat de studies vrij homogeen waren op het vlak van patiëntkenmerken. De overgrote meerderheid van de deelnemers waren mannen. De dosis omega-3-vetzuren varieerde van 0,9 tot 6,9 g per dag. In vergelijking met placebo of met niet-werkzame olie (of gewone voeding in twee studies) verminderden omega-3-vetzuren niet significant de globale mortaliteit (RR van 0,88; 95% waarschijnlijkheidsinterval (CrI - credible interval) van 0,64 tot 1,03) of restenose (RR 0,89; 95% CrI van 0,72 tot 1,05). Ook voor het optreden van andere cardiovasculaire gebeurtenissen was er geen enkel significant verschil.

Niettegenstaande de auteurs geen statistisch significante verschillen konden vaststellen, besluiten ze toch dat omega-3-vetzuren (in sommige studies) kunnen leiden tot een bescheiden vermindering van de mortaliteit en restenose. De resultaten van hun metaregressie-analyse voor het eindpunt mortaliteit wijzen er op dat het voordeel kleiner wordt in grotere studies en in studies met een langere follow-up (> twaalf maanden), onafgezien van de toegediende dosis of van de therapietrouw. Ook voor restenose zijn de resultaten minder gunstig in grotere studies en in studies van betere methodologische kwaliteit. Deze aspecten wijzen mogelijk op eventuele bias. Ongewenste effecten met omega-3-vetzuren werden slechts in enkele studies vermeld. Het ging hier om een hoger risico van gastro-intestinale ongewenste effecten. De waarschijnlijkheidintervallen waren zo ruim dat het niet mogelijk is om een uitspraak te doen over het risico van kanker of van bloedingen.

 

Besluit

Op basis van deze meta-analyse van heterogene studies is er geen betrouwbaar bewijs dat toediening van omega-3-vetzuren (met sterk variërende samenstelling) bij patiënten met cardiovasculaire aandoeningen of met diabetes, een voordeel heeft op het vlak van daling in mortaliteit of van preventie van restenose na PCI.

 

 

 

Referenties

  1. Brohet C. Omega-3 vetzuren en chronisch hartfalen (GISSI-HF-studie). Minerva 2009;8(5):58-9.
  2. Gissi-HF Investigators, Tavazzi L, Maggioni AP, Marchioli R, et al. Effect of n-3 polyunsaturated fatty acids in patients with chronic heart failure (the GISSI-HF trial): a randomised, double-blind, placebo-controlled trial. Lancet 2008;372:1223–30.
  3. Dietary supplementation with n-3 polyunsaturated fatty acids and vitamin E after myocardial infarction: results of the GISSI-Prevenzione trial. Gruppo Italiano per lo Studio della Sopravvivenza nell'Infarto miocardico. Lancet 1999;354:447-55.
  4. Marchioli R, on behalf of GISSI-Prevenzione Investigators. Treatment with polyunsaturated fatty acids after myocardial infarction: results of the GISSI-Prevenzione trial. Eur Heart J 2001;3:D85-96.
  5. Hooper L, Thompson RL, Harrison RA, et al. Risks and benefits of omega 3 fats for mortality, cardiovascular disease, and cancer: systematic review. BMJ 2006;332:752-60.
  6. RIZIV. Het doelmatig gebruik van geneesmiddelen bi de preventie van cardiovasclaire aandoeningen. Consensusvergadering, 14 mei 2009. Juryrapport.
  7. Filion KB, El Khoury F, Bielinski M, et al. Omega-3 fatty acids in high-risk cardiovascular patients: a meta-analysis of randomized controlled trials. BMC Cardiovasc Disord 2010;10:24.
Omega-3-vetzuren en cardiovasculair risico

Auteurs

Chevalier P.
médecin généraliste
COI :

Woordenlijst

Codering





Commentaar

Commentaar