Duiding


Bronchiolitis en corticosteroïden


28 06 2011

Zorgberoepen

Duiding van
Fernandes RM, Bialy LM, Vandermeer B, et al. Glucocorticoids for acute viral bronchiolitis in infants and young children. Cochrane Database Syst Rev 2010, Issue 10.


Besluit
Er is nog steeds geen bewijs dat inhalatiecorticosteroïden of systemische glucocorticoïden werkzamer zijn dan placebo voor de behandeling van bronchiolitis. De associatie van dexamethason met epinefrine via nebulisatie zou effectief kunnen zijn, maar deze resultaten moeten nog bevestigd worden.



 

Een acute, virale bronchiolitis bij zuigelingen is een eerste episode van wheezing bij kinderen jonger dan twee jaar, voorafgegaan door symptomen van een bovenste luchtweginfectie die meestal veroorzaakt is door het respiratoir syncytiaal virus (RSV). Minerva publiceerde verschillende duidingen over de behandeling van deze episodes van bronchiolitis. Volgens een meta-analyse van de Cochrane Collaboration (1) zou verneveling met hypertone zoutoplossing eventueel de hospitalisatieduur kunnen verminderen bij zuigelingen met acute bronchiolitis (2). De werkzaamheid van andere behandelingen is nooit goed aangetoond, noch als behandeling van de acute episode, noch als preventie van recurrente wheezing na de initiële episode. Dat is o.m. het geval voor inhalatiecorticosteroïden (3,4).

 

Toch worden corticosteroïden veel gebruikt voor de behandeling van bronchiolitis en verschillende studies evalueerden specifieke therapeutische schema’s. In 2010 verscheen een nieuw systematisch overzicht van de Cochrane Collaboration (5) over de korte behandeling van acute bronchiolitis (definitie: zie hierboven) met inhalatiecorticosteroïden of systemische glucocorticoïden bij kinderen jongeren dan 24 maanden. De meta-analyse is van goede methodologische kwaliteit en includeerde 17 RCT’s (n=2 596); slechts in 2 RCT’s was er een miniem risico van bias. De studies waren heterogeen op het vlak van de aanvankelijke ernst van de bronchiolitis, de therapeutische schema’s, de vergelijkende behandelingen en de uitkomstmaten. In de studies met ambulante kinderen koos men het aantal hospitalisaties als primaire uitkomstmaat. Toediening van glucocorticoïden verminderde niet significant het aantal hospitalisaties noch op dag 1 (RR 0,92; 95% BI van 0,78 tot 1,08), noch op dag 7 (RR 0,86; 95% BI van 0,7 tot 1,06) in vergelijking met placebo. In de studies met gehospitaliseerde kinderen koos men voor de hospitalisatieduur als primaire uitkomstmaat. De toediening van glucocorticoïden verminderde het aantal hospitalisatiedagen niet in vergelijking met placebo: gemiddelde verschil van -0,18 dagen; 95% BI van 0,39 tot 0,04 versus placebo.

De auteurs besluiten dat er geen bewijs is voor een klinisch relevante werkzaamheid van systemische glucocorticoïden of inhalatiecorticosteroïden op het vlak van opname of duur van hospitalisatie. Ze wijzen wel op de gunstige resultaten van één studie (6). In deze studie vergeleek men o.a. (factorieel opzet) een hoge dosis oraal dexamethason (1 mg/kg in één dosis en nadien 0,6 mg/kg/dag gedurende vijf dagen) in combinatie met epinefrine in inhalatievorm (3 mL aan 1/1000 oplossing, verneveling in een zuurstofflux van 8L/minuut; twee toedieningen met een interval van 30 minuten) met placebo bij 401 kinderen. Versus placebo stelden de auteurs een significant grotere verbetering vast van de klinische score na 60 minuten in vergelijking met de initiële waarde. Het aantal hospitalisaties was significant verminderd op dag 7 (maar niet op dag 1): RR 0,65, 95% BI van 0,44 tot 0,95 zonder verschil voor het effect op korte termijn. Het gaat hier echter over een resultaat dat door de auteurs niet gecorrigeerd is voor multipele vergelijkingen in een studie met factorieel opzet en met het toegevoegde/synergetische effect van epinefrine aan dexamethason. Bij correctie van de gegevens waren de resultaten niet meer significant. De auteurs vragen dus om bevestiging zowel op het vlak van werkzaamheid als op het vlak van veiligheid op lange termijn.

 

Besluit

Er is nog steeds geen bewijs dat inhalatiecorticosteroïden of systemische glucocorticoïden werkzamer zijn dan placebo voor de behandeling van bronchiolitis. De associatie van dexamethason met epinefrine via nebulisatie zou effectief kunnen zijn, maar deze resultaten moeten nog bevestigd worden.

 

 

  

Referenties

  1. Zhang L, Mendoza-Sassi RA, Wainwright C, Klassen TP. Nebulized hypertonic saline solution for acute bronchiolitis in infants. Cochrane Database Syst Rev 2008, Issue 4.
  2. Godding V. Acute bronchiolitis: vernevelen met hypertone zoutoplossing? Minerva 2009;8(8):106-7.
  3. Ermers MJ, Rovers MM, van Woensel JB, et al. The effect of high dose inhaled corticosteroids on wheeze in infants after respiratory syncytial virus infection: randomised double blind placebo controlled trial. BMJ 2009;338:b897.
  4. Chevalier P. Nut van inhalatiecorticosteroïden bij RSV-infectie? Minerva 2010;9(6):64-5.
  5. Fernandes RM, Bialy LM, Vandermeer B, et al. Glucocorticoids for acute viral bronchiolitis in infants and young children. Cochrane Database Syst Rev 2010, Issue 10.
  6. Plint AC, Johnson DW, Patel H, et al; Pediatric Emergency Research Canada (PERC). Epinephrine and dexamethasone in children with bronchiolitis. N Engl J Med 2009;360:2079-89.
Bronchiolitis en corticosteroïden

Auteurs

Chevalier P.
médecin généraliste
COI :

Woordenlijst

Codering





Commentaar

Commentaar