Duiding


Memantine in monotherapie: nog steeds geen bewijs van een gunstig effect


28 09 2011

Zorgberoepen

Duiding van
Schneider LS, Dagerman KS, Higgins JP, McShane R. Lack of evidence for the efficacy of memantine in mild Alzheimer disease. Arch Neurol 2011;68:991-8.


Besluit
De resultaten van deze meta-analyse tonen aan dat memantine geen significant effect heeft bij de lichte vorm van de ziekte van Alzheimer. De meta-analyse bevestigt ook dat memantine geen klinisch relevant effect heeft bij de matige tot ernstige vorm (MMSE <20).



 

 

In 2003 publiceerde Minerva een bespreking van een RCT over de werkzaamheid van memantine bij patiënten met matige tot ernstige vorm van de ziekte van Alzheimer (1,2). Vermits het klinische effect versus placebo beperkt was, besloten we toen dat memantine niet in aanmerking komt voor systematische toediening bij de ziekte van Alzheimer.

Een latere meta-anayse (2008) wees uit dat donepezil, galantamine, rivastigmine en memantine geen globaal klinisch relevant effect hebben op cognitie en een beperkt effect op globaal functioneren bij sommige patiënten met verschillende vormen van dementie. Het effect op gedrag en levenskwaliteit was te heterogeen om klinisch relevante uitspraken te kunnen doen (3,4).

 

In 2011 publiceerden Schneider et al. een meta-analyse van zeer goede methodologische kwaliteit over de werkzaamheid van memantine bij de milde vorm (MMSE ≥20) en bij de matige tot ernstige vorm (MMSE <20) van de ziekte van Alzheimer (5). In de eerste plaats bleek dat memantine geen effect had bij een lichte vorm, niet in de afzonderlijke studies en ook niet bij het poolen van de resultaten in de meta-analyse. Bij de matige tot ernstige vorm van de ziekte van Alzheimer had memantine een significant effect op de ADAS-cog-score in vergelijking met placebo: gemiddelde verschil van -1,33 (95% BI van -2,28 tot -0,38, geen significant verschil in de drie geïncludeerde studies afzonderlijk); het verschil was echter kleiner dan de voor deze score klinisch relevante drempel van zeven punten (6). Het verschil tussen memantine en placebo voor de CIBIC-plus-score was randsignificant: gemiddelde verschil van - 0,16 (95% BI van -0,32 tot 0,00). Voor twee andere scores was het verschil niet significant: de ADCS-ADL-score met een gemiddelde verschil van -0,57 (95% BI van -1,75 tot 0,60) en de NPI-score met een gemiddelde verschil van 0,25 (95% BI van -1,48 tot 1,99).

In deze meta-analyse was er geen sprake van de ongewenste effecten van memantine. De ongewenste effecten zijn vooral neuropsychische problemen (hallucinaties, verwardheid, vertigo, hoofdpijn), geringe dopaminerge effecten, atropine-effect, hartfalen en convulsies (7).

 

Besluit

De resultaten van deze meta-analyse tonen aan dat memantine geen significant effect heeft bij de lichte vorm van de ziekte van Alzheimer. De meta-analyse bevestigt ook dat memantine geen klinisch relevant effect heeft bij de matige tot ernstige vorm (MMSE <20).

 

 

Referenties

  1. Vermeire E. Memantine bij de ziekte van Alzheimer. Minerva 2003;2(7):109-11.
  2. Reisberg B, Doody R, Stöffler A, et al. Memantine in moderate-to-severe Alzheimer’s Disease. N Engl J Med 2003;348:1333-41.
  3. Michiels B. Medicamenteuze behandeling van dementie. Minerva 2008;7(8):130-1.
  4. Raina P, Santaguida P, Ismaila A, et al. Effectiveness of cholinesterase inhibitors and memantine for treating dementia: evidence review for a clinical practice guideline. Ann Intern Med 2008;148:379-97.
  5. Schneider LS, Dagerman KS, Higgins JP, McShane R. Lack of evidence for the efficacy of memantine in mild Alzheimer disease. Arch Neurol 2011;68:991-8.
  6. Geneesmiddelen bij dementie. Transparantiefiche. Belgisch Centrum voor Farmacotherapeutische Informatie. Juli 2008.
  7. Interactions médicamenteuses. Patients sous mémantine. Rev Prescr 2010;30:256.
Memantine in monotherapie: nog steeds geen bewijs van een gunstig effect

Auteurs

Chevalier P.
médecin généraliste
COI :

Woordenlijst

Codering





Commentaar

Commentaar