Resultaat van de auteur


Coenen S.
Centrum voor Huisartsgeneeskunde, Eerstelijns- en Interdisciplinaire Zorg (ELIZA), en Labo Medische Microbiologie, Vaccinatie- en Infectieziekten Instituut (VAXINFECTIO), Universiteit Antwerpen
6 artikel(s) - 2 bondige bespreking(en)


Dit kwalitatief onderzoek komt tot zeer herkenbare bevindingen, namelijk dat eerstelijnsclinici het eens zijn met de richtlijnen om bij acute bronchitis geen antibiotica voor te schrijven en dat eerstelijnsclinici de vraag van de patiënt als belangrijkste drempel ervaren om de richtlijn te volgen. Volgens sommige artsen neemt deze vraag wel af. Veel van de voorgestelde oplossingen zijn door anderen te realiseren (bv. triage, feedback, beslishulp), maar toch zijn het de clinici zelf die voorschrijven en dus integraal deel moeten uitmaken van een oplossing om antibiotica alleen voor te schrijven als het moet (zie www.gebruikantibioticacorrect.be).

Niet of uitgesteld voorschrijven van antibiotica is effectief om het antibioticagebruik voor luchtweginfecties bij kinderen te optimaliseren. Samen met geschreven informatie (die ook de kinderen zelf aanspreekt) zou dit het consultatiegedrag kunnen verbeteren.

Antibiotica bij acute lage luchtweginfecties: onmiddellijk, later of niet voorschrijven?

Coenen S. , van Driel M.

Minerva 2006 Vol 5 nummer 4 pagina 63 - 66


Deze studie in de huisartspraktijk toont aan dat bij patiënten met hoest en lage luchtwegklachten (onder andere koorts en gekleurd sputum), maar zonder pneumonie of chronische longaandoening, geen antibiotica geven of een uitgesteld voorschrift (dat de patiënt later kan afhalen) geen invloed heeft op de duur en de ernst van de symptomen.

Antibiotica tegen atypische kiemen bij pneumonie

Coenen S.

Minerva 2005 Vol 4 nummer 9 pagina 145 - 147


Deze meta-analyse toont aan dat β-lactamantibiotica, met name amoxicilline, de eerste keuze zijn bij patiënten met niet-ernstige ‘community acquired’ pneumonie. Deze conclusies komen overeen met de Britse en Nederlandstalige richtlijnen voor de behandeling van volwassenen met ‘community acquired’ pneumonie.

Diagnostiek van pneumonie

Coenen S.

Minerva 2004 Vol 3 nummer 1 pagina 7 - 8


Uit deze studie blijkt dat het mogelijk is een pneumonie uit te sluiten bij patiënten met acute hoest en een laag risico van een (lage) luchtweginfectie (namelijk maximaal één van de drie criteria droge hoest, diarree of rectale temperatuur >=38°C ) en een CRP-waarde <20 mg/l.

Azithromycine en acute bronchitis

Coenen S.

Minerva 2003 Vol 2 nummer 3 pagina 45 - 46


Op basis van de beschikbare evidentie komen we hier tot dezelfde conclusie als in de aanbeveling voor acute hoest: bij luchtweginfecties met acute (productieve) hoest, exclusief pneumonie, wegen de mogelijke voordelen van antibiotica niet op tegen de nadelen.

Steroïden voor nachtelijke hoest bij kinderen

Coenen S.

Minerva 2000 Vol 29 nummer 8 pagina 376 - 377

Antibiotica voor acute hoest bij volwassenen?

Coenen S.

Minerva 1999 Vol 28 nummer 4 pagina 174 - 176


Baat het niet, schaadt dan niet! Bij volwassen patiënten met acute hoest, al dan niet met purulente sputa, dienen huisartsen een therapeutisch beleid zonder antibiotica voorop te stellen, aangezien er geen belangrijke voordelen, maar wel nadelen zijn te verwachten van antibioticabehandeling. Voor de individuele patiënt zijn er vooral de neveneffecten, maar zijn er ook de kostprijs, de toename van resistentie en het creëren van een verwachtingspatroon "hoesten-vereist-antibiotica". Deze gegevens vormen dan de basis voor het overleg met de patiënt.