Resultaat op trefwoord : 'heupfractuur'


Aantal resultaten : 6 artikel(s) - 7 bondige bespreking(en) - 0 Synthese(s)

Effect van multicomponente thuisrevalidatie na heupfractuur bij ouderen?

Vergauwen K.

Minerva 2022 Vol 21 nummer 10 pagina 238 - 241


Deze systematische review en meta-analyse van open-label RCT’s toont geen verschil aan in fysiek functioneren en ADL tussen een multicomponente thuisrevalidatie en revalidatie in het ziekenhuis bij ouderen na het doormaken van een heupfractuur. De belangrijke klinische heterogeniteit op vlak van inhoud, duur en intensiteit van de bestudeerde interventies, alsook op vlak van de gebruikte meetinstrumenten bemoeilijkt de vertaling van de resultaten naar de klinische praktijk. Bovendien is niet duidelijk welke subgroepen van patiënten het meeste baat zullen hebben bij deze aanpak.

Deze clustergerandomiseerde klinische studie van goede methodologische kwaliteit toont aan dat een dieet verrijkt met calcium en eiwit door toevoeging van zuivelproducten aan de gebruikelijke voeding een vermindering van het risico van breuken mogelijk maakt bij ouderen die in een zorgcentrum verblijven. De klinische relevantie van het effect is echter onzeker.

Deze retrospectieve observationele studie met onbekende confounders suggereert dat de mortaliteit na een heupfractuur daalt bij het volgen van een orthogeriatrisch zorgprogramma geleid door een verpleegkundige in vergelijking met standaardzorg. Ook heeft het zorgprogramma een positieve invloed op de verblijfsduur en terugkeer naar de thuissituatie. Extrapolatie is niet mogelijk maar de resultaten van deze studie kunnen wel aanzetten tot verder onderzoek.

Ouderen kunnen na een heupfractuur langer thuis blijven wonen met een uitgebreid oefenprogramma?

De Coninck L. , Peeters N.

Minerva 2022 Vol 21 nummer 4 pagina 87 - 90


Deze open-label gerandomiseerde gecontroleerde studie bij ouderen die heelkunde en revalidatie ondergingen na een heupfractuur, kon na 24 maanden geen verschil aantonen in het aantal dagen thuisblijven na een langdurig, gesuperviseerd, gestructureerd en progressief opbouwend oefenprogramma in vergelijking met gewone zorg. Door een tekort aan power is dit resultaat echter onzeker.

In deze retrospectieve cohortstudie die gebruikmaakte van gegevens uit een groot cohort, werden geen significante verschillen gevonden op het vlak van heupfractuurrisico, tussen vrouwen die gedurende 5 jaar bisfosfonaattherapie volgden in vergelijking met zij die de behandeling nog eens 2 of 5 jaar voortzetten. De resultaten waren heterogeen door het gebruik van een respijtperiode van 6 maanden, waardoor men meer gebeurtenissen in de analyse had kunnen opnemen. Hoewel de resultaten suggereren dat het staken van bisfosfonaten na ongeveer 2 jaar extra behandeling geassocieerd kan worden met een lager heupfractuurrisico, vertoonde de kleine groep vrouwen die nog langer behandeld werd daarentegen een verhoogd risico.

Deze Britse RCT toont in een populatie van vrouwen van 70 tot 85 jaar geen nut aan van systematische screening van het risico van osteoporotische fracturen met de FRAX-score voor de globale preventie van osteoporotische fracturen. Er was wel een potentieel (nog te bevestigen) voordeel op het vlak van heupfracturen.

Uit deze nauwkeurig opgezette grote case-cross-over studie blijkt dat de niet-benzodiazepine slaapmedicatie of de zogenaamde z-drugs naar analogie met de klassieke benzodiazepines het risico op heupfracturen bij ouderen in een rusthuis verhogen.

Deze studie toont de variabiliteit aan van 25-hydroxyvitamine D-bepalingen naargelang de gebruikte test en zelfs bij gebruik van dezelfde test. Het is niet mogelijk om aanbevelingen te formuleren over vitamine D-screening. Er is immers geen referentietest beschikbaar, de normaalwaarden voor 25-hydroxyvitamine D zijn niet universeel aanvaard en er is geen bewijs dat de bepaling nuttig is als basis voor een behandeling. Alleen bij (zeer) oude vrouwen die in een zorgcentrum verblijven, hebben vitamine D-supplementen een gunstig effect voor de preventie van breuken en ook bij 65-plussers met een verhoogd risico van vallen, maar hier is de bewijskracht minder stevig.

Alendronaat blijft (met zoledroninezuur) het best geëvalueerde geneesmiddel voor de preventie van vertebrale en niet-vertebrale osteoporotische fracturen, maar de preventie van al deze fracturen is alleen goed onderbouwd na een broosheidfractuur. De andere geneesmiddelen zijn niet geëvalueerd in de tweede lijn (bij geen of onvoldoende adequate respons of intolerantie voor orale bisfosfonaten).

Heupprotectoren: nog steeds geen bewijs voor preventie van fracturen

Chevalier P.

Minerva 2008 Vol 7 nummer 1 pagina 16 - 16


Zoals bij de eerder uitgevoerde RCT’s, geeft deze nieuwe RCT ons, ondanks de goede therapietrouw, geen enkel bewijs dat heupprotectoren nuttig zijn bij de preventie van heupfracturen.

De rol van vitamine D in fractuurpreventie

Chevalier P.

Minerva 2006 Vol 5 nummer 2 pagina 26 - 28


Deze meta-analyse is van goede kwaliteit en toont dat dagelijks toedienen van een vitamine D-supplement in de vorm van colecalciferol (in de meeste studies samen met calcium) bij al dan niet geïnstitutionaliseerde bejaarde vrouwen effectief is ter preventie van een primaire heupfractuur of een niet-vertebrale fractuur. Een dagelijkse dosis van 700 of 800 IU lijkt noodzakelijk, maar de optimale dosis is waarschijnlijk afhankelijk van de initiële serumconcentratie van vitamine D. Er is geen onderbouwing voor een effect bij mannen.

Heupprotectoren ter preventie van heupfracturen

Chevalier P.

Minerva 2003 Vol 2 nummer 8 pagina 133 - 134


Deze studies geven een tegenstrijdig resultaat voor het preventief effect van heupprotectoren. Het gebruik van heupprotectoren ter preventie van heupfracturen bij personen met een hoog risico van vallen dient te worden gekaderd. Ondanks de omkadering ervan en het gratis ter beschikking stellen van heupprotectoren blijft de therapeutische compliantie zwak. Het effect is nog niet formeel aangetoond. Valpreventie blijft daarom essentieel in de preventie van heupfracturen bij bejaarden.

Breken bejaarden die benzodiazepines gebruiken vaker hun heup?

Declercq T.

Minerva 2002 Vol 31 nummer 3 pagina 152 - 154


Hoewel in deze case-control studie alleen voor lorazepamgebruik een verband wordt gevonden met het optreden van heupfracturen bij bejaarden, kan echter niet worden geconcludeerd dat de andere benzodiazepines derhalve ’veilig‘ zijn. Alleen experimenteel onderzoek (RCT) kan hierover uitsluitsel geven. Daarom is het aanbevolen om bij ouderen zo weinig mogelijk en slechts voor een korte periode benzodiazepines voor te schrijven.